Barbara Sierman, Marcel Ras
Op 18 en 19 maart was er een interessante Conferentie in Hannover met als thema: Non-textual Information Strategy and Innovation beyond Text. Verschillende sprekers gingen in op het feit dat wetenschappelijke informatie tegenwoordig meer is dan een artikel of boek. Jan Brase van DataCite riep bibliotheken op hun catalogus niet langer een venster op hun holdings te laten zijn, maar een venster met verwijzingen naar trusted providers van content die elders aanwezig is. En hij gaf een mooie definitie van Research Data: Anything that is foundation of further research is research data. Die definitie kunnen we goed gebruiken voor onze enorme collecties gedigitaliseerd materiaal. Todd Carpenter van NISO wees erop dat er een toename van supplemental files bij artikelen in het algemeen is, en noemde als voorbeeld een biomedisch tijdschrift waarbij aan 95% van de artikelen supplementairy materiaal toegevoegd wordt. Een duidelijke toename in een aantal jaren. Overigens is het meeleveren van supplementair materiaal niet een nieuw, digitaal, fenomeen. Ook in de papieren wereld gebeurd dit.
NISO maakt een onderscheid in drie soorten supplemental files: Integral content, Additional Content en Related Content. (let op, waarschuwde hij, de uitgever bepaalt wat een supplemental file is, niet de vorm waarin deze verschijnt). Dit is uitgebreid beschreven in het NISO rapport: NISO RP-15-2013, Recommended Practices for Online Supplemental Journal Article Materials. Belangrijk om in de gaten te houden wanneer we voor het Internationaal e-Depot policies gaan vastleggen over wat we willen bewaren. Interessante quote van Todd Carpenter: “it is expensive to care for metadata, but it is even more expensive not to care”.
Jill Cousins gaf een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot Europeana.
Guido Herman van STM/Thieme gaf aan dat van de 23.000 STM tijdschriften die jaarlijks verschijnen er 90% digitaal is. Dat zijn ongeveer 1,4 miljoen artikelen per jaar. Dit aantal groeit jaarlijks met zo’n 3%, het aantal tijdschrifttitels groeit jaarlijks met 3,5%. Kon iemand in 1952 nog een Nobelprijs winnen op basis van een artikel van 2 pagina’s met 1 plaatje, nu is dat onmogelijk en dijen de supplemental files steeds meer uit, wat de vindbaarheid en hergebruik niet altijd bevordert. Als feiten moeten leiden tot information en information to knowledge, dan is het dus de vraag of we de ontwikkeling van knowledge nu ook beter voor elkaar hebben. Naast een pleit voor trusted repositories, vroeg hij zich ook af of de auteurs van de wetenschappelijke artikelen en de data niet meer moesten bijdragen aan de sustainability van de datasets.
Puneet KLishor gaf ons een korte vooruitblik op versie 4.0 van Creative Commons licentie, die er binnen enkele weken aan staat te komen. Voornaamste wijziging ten opzichte van versie 3 is dat niet langer het werk zelf gelicentieerd is, maar dat aangegeven wordt welke rechten bij het werk van toepassing is. Voorbeeld was een amateur filmpje waarop mensen op muziek dansen. De muziek valt niet onder het deel waar rechten voor zijn, het filmpje zelf wel.
Olivier Koepler gaf een demonstratie van een vernieuwde zoekmethode op research data: het zoeken op statistische curves in een dataset, waarna er een verfijning aangebracht kan worden op vakgebied.
Brian McMahon van de International Union of Christallography (IUCr) deed ons huiveren over de mogelijkheden die in de hedendaagse CIF files zitten (deze hebben we ook in het e-depot) waarbij je vanuit het artikel een animatie kan oproepen om deze vervolgens in specifieke bijbehorende software af te spelen. Met de data bij het artikel kan er voor verschillende views in de animatie gekozen worden. Daarmee ontstaat er een “verrijkte publicatie” van een hoog niveau. Dit is echt een niveau hoger dan een pdf met een plaatje erbij en gaat zelfs verder dan wat wij tot nu toe met onze Enhanced Publications uitgeprobeerd hebben. Gelukkig heeft hij in artikelen beschreven hoe de christallografen het aanpakken, maar voor toegang zullen we ons deze kennis toch eigen moeten maken. Overigens voegt IUCr ook het volledige peer review proces toe aan de data die ze online zetten (en leveren ze deze gegevens zeer waarschijnlijk ook als supplemental files aan het e-Depot). Daarmee kunnen onderzoekers het gehele proces van het artikelen en kwaliteitscontrole daarvan volgen.
Toegang geven tot grote hoeveelheden dat door middel van data visualisaties werd getoond door Microsoft (Rob Fatland) en van Nederlandse bodem vertelde Remco Veltkamp hoe onderzoek naar patronen in muziek het mogelijk gaat maken te kijken of volksmuziek invloed heeft uitgeoefend op latere muziek van de 20ste eeuw. Helaas vielen er wat lezingen uit, onder meer Thomas Bär over digital preservation van AV materialen. Het nieuwe Europese project DuraArk werd gelanceerd door Jakob Beetz van de Eindhoven University, maar helaas was zijn intro zo lang, dat de laatste slide over preservation erdoor heen gejast werd, maar wel om in de gaten te houden. Al is het maar omdat bleek dat de bouw een enorm inefficiënte bedrijfstak is, die dat wil verbeteren door middel van een preservation project!
Al met al een heel leerzame conferentie en voldoende stof tot nadenken en onderzoek.
Leave a Reply